21 maart 2017

Vandaag waren we allebei zo moe dat ik geen puf over had om gehoor te geven aan het-juiste-eten-geeft-de-juiste-energie-juffrouwke en vond dat we frieten in de frituur mochten gaan eten. Dat was gezellig. We deden Ik Zie Ik Zie, dat ze ineens ergens opgeraapt heeft, en we zagen rood en een boom en een auto en een stoel en ik zag het kleine meisje Saar. Het was zo gezellig dat we te laat thuis waren om vroeg te gaan slapen. En nu stink ik uren in de wind naar frietkot.

20 maart 2017

Bij het Prieel staan wat geiten en kippen achter een hek. Er is ook een veldje met paarden op, maar die paarden waren niet thuis. Of wel, maar dan binnen in hun stal.

We waren onderweg naar naar huis en stopten bij de geiten. Alle entertainment is entertainment. Er stond al een jongen, hij klemde zijn fiets tussen zijn benen, ik denk dat hij een jaar of tien was. Hij schoof een eindje op toen wij met ons volwassen- en peutergeweld aan kwamen draven. Hoe zou je zelf zijn. Ik probeerde naar hem te glimlachen maar dat werkte niet. De geitjes werkten wel. Een klein ding kwam bij mij snuffelen en ons eigen kleine ding begon te jammeren dat het geitje naar haar moest komen en niet naar mij. We vroegen ons af hoe zoiets heet en of dat ook een lam is. Geiten zijn geen wollebollen van schapen, ze zijn waarschijnlijk niet lief genoeg voor die nostalgische boerderij-kijkboeken, dus we weten het niet.

In elk geval.

De jongen plukte wat gras van tussen de stoeptegels en voerde het aan zo'n kleine geit. Waarschijnlijk zei hij daarmee 'zo kan je het lokken en ja, dat heet ook een lam', maar wij hadden honger en pizza in ons hoofd en reden door naar huis.

8 maart 2017

Ik kan aan de schoolpoort staan om twintig na drie omdat ik maar twee dagen per week werk. Dat zijn vier ochtenden. Ik werk twee dagen per week omdat ik ongeveer een jaar aan de sukkel geweest ben met dingen die in wisselende volgorde van belangrijkheid oververmoeidheid, prikkelbare darmsyndroom, chronische stress en burn-out genoemd zijn. Sommigen hadden het over een postnatale depressie, maar dat was het niet en dat heet trouwens niet meer zo.

Iemand belangrijks keek mij in dat jaar aan en zei: maar waarom schríjf jij niet?

En dus werk ik nu twee dagen per week. Dat wil zeggen: op een kantoor en aan het eind van de maand krijg ik er geld voor. De andere dagen schrijf ik. Dat is niet betaald en er is alleen heel in de verte zicht op een eventueel boek, misschien, wie weet, ooit, maar heel in de verte is al heel wat, en dus, en desalniettemin. Mijn man zegt doen en geeft me een plantje voor op mijn bureau. Mijn baas zegt doen en schuif met uw uren als dat moet. Mijn kindje draait rondjes in mijn bureaustoel en tokkelt op mijn toetsenbord.

Aan dat alles denk als ik om twintig na drie in twee gescheurd aan de schoolpoort sta, als ik nog snel een pagina in Americanah lees voor ik naar binnen kan, en als ik om vijfentwintig na drie niet eens tegen mijn zin gehurkt in een wilgenhut zit met een lege brooddoos in mijn handen. Ik vraag me af wat de ouders rond mij geregeld hebben. (In veel gevallen ouderschapsverlof, aan de draagzakken en maxi cosi's te zien.)

Vandaag is het Internationale Vrouwendag.

7 maart 2017

Goed. Nu gaat ze naar school. (Woehaa.) Om twintig na drie haal ik haar op. Dan gaan we een stukje wandelen en pannenkoeken eten in het sporthalcafé om de hoek. Dat was gisteren.

Of we hangen rond slash picknicken in de wilgenhut op de speelplaats, met een halve boterham en een bruin geworden stukje appel, waarna we naar huis fietsen, thee drinken (ik) en met modder spelen (zij) in de tuin. We gaan (ik) en fietsen (zij) naar de bib om de hoek, waar we boeken lezen, boeken kiezen, over kussens rennen, over kussens vallen, pipi in de onderbroek doen, nog boeken kiezen, en loeihard (zij) en loeizacht (ik) ruzie maken omdat iemand (ik) ineens beseft dat we al lang aan tafel hadden moeten zitten achter een bord verse groenten. Dat was vandaag.

We hebben uiteindelijk nog curry uit de diepvries gegeten, zonder extra bloemkool maar mét rijst en een gekookt ei. Ze heeft nog één fimmeltje van Peppa Pig gekeken, een plaktattoo opgeplakt gekregen en we hebben alle boeken van de bib gelezen behalve dat ene dat ik uitgekozen had.

Nu ligt ze in bed. Ik ga haar brooddoos, haar fruitdoosje en haar koekjesdoosje afwassen. Daarna ga ik wafeltjes eten en tv kijken. So far so good.

8 februari 2017

De overbuurman poetst zijn voordeur. Je ziet niet dat zijn vrouw pas een hersenbloeding gehad heeft en dat het niet zo goed met haar gaat. Hij gooit zijn emmer leeg in de goot, gaat weer naar binnen, komt terug en veegt alle randjes af met een stuk keukenpapier. De andere overbuurvrouw steekt haar hoofd en handen buiten en klopt een gele poetsdoek uit. We hebben een paar pluchen beesten van haar gekregen, voor Saar, en een grote grote pluchen hond die we Woody noemen en die lang naar sigaretten geroken heeft.

1 februari 2017

We mailen niet zo vaak. De laatste keer dat we elkaar zagen, zat Saar in mijn buik, het was lente en we liepen door de stad. Maar we zijn er wel. Voor de kerst lieten we van ons horen, wensen heen en weer, liefs. 'Alsof 2017 als een koud zwembad voor me ligt,' schreef hij. 'Ja,' schreef ik, 'En ik weet dat ik erin moet. Dat ik niet meer aan de kant kan blijven, lekker warm tussen man en kind.'

Nu zijn we hier.

Ik denk aan Astrid Lindgren en hoe ze tijdens de Tweede Wereldoorlog krantenartikels uitvlooide en uitknipte en bewaarde.
Ik denk aan iemand die ik via via op Facebook hoorde zeggen: Hou alles bij, documenteer je.'
Ik lees: informeer je. Ik klik door naar Zo verslaan we Trumps aanval op de democratie op De correspondent en Als we in ons leven een keer de wet van Godwin mogen overtreden, dan doe ik het graag nu op Mo en Understanding Trump's Executive Order on Immigration van John Green.
Ik lees Dromen van mijn vader, van Barack Obama, omdat ik eerst in The New York Times las wat boeken voor hem betekenen, en ik vind het prachtig, het boek, ik moet niet zoeken om de zeven ziljoen verschillen te zien met waar we nu zijn.

Vandaag ben ik jarig. Straks gaan we uit eten. Morgen en overmorgen blokkeer ik met schrijven (en misschien een film). We hebben vliegtickets klaarliggen om over twee maanden mee naar Zweden te gaan.

13 november 2016

Als we foto's van de kindjes uitwisselen, en die ander zegt: goh die van mij heeft geen tut, alleen 's nachts, gaat prima. En als iemand zegt: zo lekker, boterhammen met choco, dat krijgt mijn kindje niet hoor. En als Saar dan zegt: mevrouw, Saatje gelukzak.

1 september 2016

Morgen is ze twee.
Ze weet hoe dat eruit ziet met een duim en een wijsvinger.
Ze weet niet waar de cadeautjes klaar staan, en de kroon met een twee op.
Ze weet wel dat er koekjes bij komen kijken.

Twee al begot.