30 april 2011



Anderhalve maand na de trouwerij doen we het nog eens over. Met z'n tweeën. De hyancinthen zijn op, de vergeet-me-nietjes lopen op hun laatste poten en dit keer zitten we buiten.
Dit was dus de week van het instorten.

Zaterdagavond: knak
Zondag: spierpijn, keelpijn, hoofdpijn, ellende
Maandag: spierpijn, keelpijn, hoofdpijn, ellende
Dinsdag: keelpijn, hoofdpijn, ellende
Woensdag: keelpijn, ellende
Donderdag: keelpijn, ellende
Vrijdag: keelpijn - duurt dat hier nog lang misschien, maar wel de volledige (volledige!) van de royal wedding gezien: van toen zelfs David Beckham nog niet gearriveerd was tot de kus op het balkon
Zaterdag: dit beetje keelpijn valt best te negeren

En van de dokter heb ik capsules gekregen die ik amper ingeslikt krijg, maar die mij weer actief in hoofd en lijf moeten maken.

20 april 2011




Ik doe mijzelf een vrije middag cadeau. Trek de kast open en vind wat.


Met suiker uit van die suikerstrooiers strooi ik altijd te veel.

Het lijkt alleen maar zomer. Met blote voeten op het terras. Vrouwen in zwierige jurken. Kinderen in zwembroek. Straks moet de lente nog komen. Gisteren was er van ijsjes nog geen sprake.

(De foto is gemaakt bij een stil en verlaten Gröna Lund in Stockholm.)

18 april 2011





Tweede liefste wandeling in Stockholm: bezuidens Södermalm. Onder de brug is een tijdelijke brug van koterijen gebouwd die ons beschermt tegen vallend ijs. Ergens onderweg wandelt iemand over het water.
Het is maandagochtend en het voelt alsof het weekend nog moet beginnen. Het gevoel duurt tot ik 's avonds met mijn kop thee en mijn boek buiten op de bank zit. De buren gaan barbecuen. Findus holt heen en weer. Eilis arriveert in Brooklyn.

Colm Tóibín Brooklyn. Viking (2009)

12 april 2011




Punt 1 op de to do-lijst when in Stockholm: wandelen. Liefste wandeling: langs Djurgårdsbrunnsviken en Djurgårdsbrunnskanalen.
Dit keer lag er nog sneeuw en was het net koud genoeg om alles wit te laten. De zon scheen. We stapten naar Djurgården, de brug over, het eiland op, het water langs. Op zekere hoogte het land weer in, eens kijken of Rosendals Trädgårdscafé open was.

11 april 2011

Ze hebben een stuk dikke darm uit het lijf van mijn lief gehaald. Morgen is dat twee weken geleden. Vandaag ligt en zit hij en loopt hij rond en aait hij Findus.
Ik hoor dat mijn overgrootvader eveneens darm uit zijn lijf heeft laten halen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ongeveer. Het duurde drie operaties voor het gefixt was en hij lag 75 dagen in het ziekenhuis.
Mijn grootvader snapt de hele wereld niet meer, vandaag.

Onze trouwuitnodiging. En Maria.
Omdat ik de komende weken dit huishouden in mijn eentje draaiende moet houden, stelden mijn schoonouders voor boodschappen te doen. Ik moest maar een lijstje maken.
Ik moest me dat vooral geen twee keer laten zeggen, haalde kookboeken uit de kast, bedacht wat lekker is en verzon in één keer een hele week eten. Een plan voor 1, 2, 3, 4, 5 dagen, gesorteerd in groenten en fruit en zuivel en droog.
Alles in één keer op papier en in mijn hoofd en (het allerbelangrijkste) in de kast.

9 april 2011


Toen die auto tegen mij reed, dacht ik twee dingen. Het eerste was: 'nee'. Het tweede was: 'mijn fiets'.
Ik kreeg mijn fiets van mijn lief toen ik dertig werd. Het is een legergroene Kronan, de beste fiets ever, het beste cadeau ever. We zijn verhuisd naar een andere stad zodat ik weer met de fiets naar mijn werk kon. Met deze Kronan.
Tot die auto tegen mij reed.
Nu heeft de beste fiets ever een knik in het kader en durf ik amper nog het verkeer in. Maar dat is geen doen, dus moet er een nieuwe mooie rechte fiets komen, dus bekijk ik plaatjes van nieuwe fietsen. Nieuwe fietsen zijn leuk. Behalve als je de hele tijd denkt: ik wil helemaal niet dat het cadeau van mijn lief stuk gemaakt is door een auto.

8 april 2011


Tanneke Wigersma, Het vervelende varken (Querido, 2011)

7 april 2011



Toen ik 's ochtends naar mijn werk vertrok, wist ik nog niet dat mijn lief 's avonds weer thuis zou komen.

4 april 2011

Findus verkent de wereld.
De wijde wereld.
Tuinmuren, daken, binnentuinen, terrassen.
Nu.
21.36 uur.
In het donker.
En als ik roep, zegt hij miauw.
Als in: ik hoor je, help, kom mij redden, ik zit vast en ik word belagerd door de dikke rosse en o help, daar komt de dunne rosse en ik kan niet weg en help, kom mij redden, asjeblief.
Of als in: jaja ik hoor je wel, maar laat mij nu.
Zijn eten staat in het midden op het terras.
Met een brokje kaas erin.
In het midden van het bakje.
Parmesaan.
(Alle andere kattensnoepjes zijn op. Sorry Findus, ik ben vergeten naar de kattenvoerwinkel te gaan.)
Maar Parmesaan.
Mmmmm. Lekker.
Findus, kom poes, kom.




Vorige zomer lagen we onder zo'n boom op de eerst foto. In het gras. Met een slaatje aan onze voeten en een flesje appelsap-uit-eigen-tuin.
Nu zaten we in de serre. Buiten was het koud maar onder het glas was het bloedheet. Ik dronk heet appelsap-uit-eigen-tuin.
Rosendals Trädgård is mijn allerfavorietste plek in Stockholm.
Hm.
Rosendals Trädgård is mijn allerfavorietste plek op heel de wereld.
Bij benadering.


Bijna een maand geleden zijn we de enige bezoekers in het Biologiska Museet op Djurgården.
Het museum is een zakdoek groot. In de inkomhal staat een opgezette mamabeer met op haar ene arm een opgezette kindjesbeer en aan haar andere hand een andere opgezette kindjesbeer. Zo gaat het uiteraard niet in de echte natuur, zegt het museumblaadje, maar het ding stamt uit 1800-en-nog-wat en toen zagen de mensen in de beesten graag zichzelf.
Het hele museum ruikt naar 1800-en-nog-wat.
Het is één groot diorama, met in het midden een houten draaitrap. Het glas is oud en bobbelt en erachter is het winter en zomer en herfst en lente tegelijk. Er ritselt vanalles in het struikgewas. Er lopen vossen rond en leeuwen en herten en er zitten papegaaiduikers en Jan van Genten op de rotsen. Hier en daar komt een stukje lucht los of hangt er een vogel ondersteboven aan een tak.


Een lege kamer in huis en een nieuw favoriet drankje.

3 april 2011

Na drie dagen in één richting turen (opereren, wakker worden, beter worden), blijkt de wereld in volle vaart verder gehold. Er is iets met een prins. In Libië is het nog altijd van dattum. Iemand blijkt een huis gekocht. Mensen die in Italië zaten, zijn terug.
Na drie dagen beterschap zet ik me schrap. Ik adem diep in. Ik geef de bloemen water en laat de kat buiten. Ik ben niet klaar voor de sprint.

2 april 2011



De ochtend begint laat. Er is al een halve lentedag voorbij als ik wakker word.
Wat ik het meest mis, is praten met mijn lief.
Dat gaat niet als hij gedrogeerd in slaap ligt. Dat gaat niet als hij een sonde door zijn neus en in zijn keel heeft. Dat gaat niet als zijn moeder aan de andere kant van het bed zit. Dat gaat niet als die snee in zijn buik ervoor zorgt dat hij moeilijk ligt en zit en al helemaal niet staat. Dat gaat niet als het eerste en het belangrijkste en het enige op zijn to do-lijst herstellen is.
Hij moet snel beter zijn.
Hij weet zoveel niet en straks zijn al die kleine onbelangrijke dingen ondergesneeuwd door duizenden andere kleine onbelangrijke dingen die hij eerst moet weten.
De vrouw in het zwart met de grijze knoet breit met vier breinaalden tegelijkertijd. Note to self: mijn saaie sjaal (één haaknaald) uit de kelder halen.

1 april 2011


Duiven zijn ongedierte. Ze gaan rustig op het fietspad zitten wanneer ik er wil passeren en ze zullen niet wijken. Ze zijn arrogant en ze beseffen niet dat ik hén eet als puntje bij paaltje komt en niet omgekeerd als puntje bij paaltje komt.

Deze duiven zijn van Alain Verster en komen uit De duif die niet kon duiken van Edward van de Vendel. Duiven zijn ongedierte, maar niet op deze manier.
Ik steel een uur, een half uur.
In het ziekenhuis gaat alles volgens plan.
Ik heb een trein vroeger gehaald, ga naar de boekenwinkel. Ik koop een kaartje omdat we straks 1 maand getrouwd zijn & gefeliciteerd aan onszelf. Ik koop een kaartje en een prentenboek, steek de straat over en bevolk als enige het koffiehuis. Ik bestel een kop thee en krijg 'iets bloemigs, iets voor op een zomeravond'. Ik denk goddank voor de ironie, schrijf een kaartje, lees een nieuw boek.