25 februari 2014
Het verbaast hem, zei hij, als mensen hem zeggen dat hij altijd zo'n persoonlijke verhalen vertelt. Als ze zeggen dat hij zijn gedachten en zijn ideeën zomaar voor het oprapen legt. Persoonlijk, persoonlijk, zei hij, en dat hij toch niemand in zijn keuken binnen laat en uit zijn slaapkamer blijven ze al helemaal. Ik zei dat ik zelf mensen eerder in mijn keuken en in mijn slaapkamer zou laten dan dat ik mijn ziel op tafel zou leggen zoals hij dat doet, zo zie je maar, en daar bedoelde ik vooral iets mee van open en eerlijk en eigenlijk ook bijzonder. Hij zei dat de dingen die hij denkt niet eens van hem alleen zijn. Dat ze ook maar opgeraapt zijn uit de dingen die hij ziet, die andere mensen vertellen, gedachten die ze delen, ideeën die ze voor het oprapen leggen. Zoals ik graai in wat ik in kranten lees en van mensen hoor, in wat hij daar toen aan die tafel vertelde. Dat zei ik niet, dat zie ik nu.
"Most days of the year are unremarkable. They begin and they end with no lasting memories made in between. Most days have no impact on the course of a life." (500 Days of Summer)
24 februari 2014
23 februari 2014
17 februari 2014
Het is woensdag en straks gaat hij nieuwe schoenen kopen van een merk dat ik niet ken, ik ben geen jongen en ook geen veertien. Hij gaat niet meteen na school om zijn schoenen, straks eerst weer naar huis, want met zoveel geld op stap, nee, dat doet hij niet. En dat hij tot 100 euro mag gaan, maar hij heeft nog 60 euro gespaard dus reken maar van yes dat hij elke euro zal besteden. Trouwens, en hij kijkt naar de kerel naast hem die een flesje met iets van een rood vruchtendrankje aan de kerel aan de andere kant naast hem geeft, trouwens: hoe lang zit hij nu al met hem op de tram? En hij heeft nog nooit een slok van dat drankje gekregen? Hij krijgt een slok en neemt een slok. We zijn aan de Opera, ik stap van de tram.
16 februari 2014
De winter vergist zich van seizoen vandaag, het is lente, en we eten frieten en garnaalkroketten in het park. Mijn lief neemt een hap van mijn slaatje en zegt: nee. Hier blijf je af. Zand. We wandelen naar het kasteel. We kijken naar de slotgracht. Mijn lief hoort goudhaantjes en boomkruipers. Ik stift mijn lippen en hij zoekt zijn verrekijker.
10 februari 2014
7 februari 2014
Abonneren op:
Posts (Atom)