30 augustus 2016

We leven in tijden dat er onder de necrologie van Pieter Steinz, die ik online in het NRC lees, reclame gemaakt wordt voor de beste uitvaartverzekering.

29 augustus 2016

Deze week wordt ze twee.
Ik breng haar naar bed, ze drinkt haar melk, ze doet dat ding met haar tanden dat we niet leuk vinden en ze zegt 'mama nie euk'. Nee, mama vindt dat niet leuk, dus stop daar maar mee.
Ze stopt er niet mee.
Ze kijkt me aan en ze lacht en ze zegt 'uzie make'.
Ik zeg nee. Ik ga geen ruzie maken vandaag, ik heb daar helemaal geen zin in.
Ze doet dat ding met haar tanden nog eens en als ik haar pak, stampt ze, en daarna mag ik haar tanden niet poetsen en ze lacht en ze zegt 'uzie make' en ik zeg nee kind, vandaag niet, echt niet.
We lezen twee boeken, eerst het boek van de mama's en de papa's en daarna Piep, en ik geef haar een zoen en ik trek de gordijnen recht en ze gaat min of meer liggen en ze pakt haar lakentje en ze zegt 'Saatje mama oepe'.
Als ik beneden ben, hoor ik haar mama roepen.
En nog een liedje zingen.
En weer mama roepen.
En daarna valt ze in slaap.
Straks is ze twee. 
We hebben onze rituelen.
Ik zet het woord oncoloog in een sms. Dus daar zijn we dan, denk ik. Maar ook niet echt, ik zet er blij en goed bij, gelukkig.

Het is vijf-, zes-, zeven-, achtendertig graden, wie houdt de tel nog bij, ik heb een hoed op en een zonnebril en ik neem een koele trein naar het arboretum in Kalmthout. Ik heb nog een uur voor sluitingstijd en ik wandel van schaduw naar schaduw. De tuin van mijn grootvader was een soort arboretum, bedenk ik, en ik zoek de grote vijver. Dat had hij niet, een vijver. Er loopt een familie eenden rond en er staat een bijenkas. Naar die bijenkas kan je kijken met een speciale kijker. Dat doe ik niet. Ik klim ook niet op de stelling die ze rond de bloeiende emmenopterys henryi gebouwd hebben. Ik zit gewoon op een bankje onder een boom bij de vijver. Met mijn hoed waai ik warme wind in mijn gezicht. Ik gesp mijn sandalen los en trek mijn benen op. In de zak van mijn jurk zit de dennenappel die ik onderweg opgeraapt heb. Zo meteen eet ik met mijn lief een ijsje in het café.

19 augustus 2016

Vanmorgen heb ik een nieuw trucje verzonnen dat er mee voor moet zorgen dat ik niet meer elke dag vier vijf zes zeven koppen kantoorkoffie van zo-zo kwaliteit drink.

Onderweg naar kantoor deed ik een kleine ommetour naar de Caffènation. Ik stalde mijn fiets, wachtte mijn beurt af, bladerde door een krant van de zaak en bestelde een filter om mee te nemen alstublieft. Mmm, filterkoffie van goeie bonen. Aangekomen op kantoor goot ik de koffie over in een echte kop. Of toch de koffie die onderweg niet door het kleine drinkgaatje van het plastic dekseltje in de bak van mijn fiets gespetterd was.

En dat was dat. Daarna was er water. En zwarte thee van zo-zo kwaliteit, maar wel rechtstreeks uit de UK.

13 augustus 2016

Het is zaterdagavond kwart voor tien en ik heb honger en alle koekjes zijn op en het restje zoute pinda's dat al heel lang (heel lang) achterin de kast lag ook en ik heb geen zin in een boterham, zou ik een pizza in de oven doen of pasta koken en pesto erover, ja lekker, nee, te veel afwas, een ei, een ei is altijd goed, er is nog maar één ei en dat moet morgenochtend in de blauwebessenpancakes, honger, chocolade doet niks tegen de honger en thee ook niet, ik ga een boterham smeren.

9 augustus 2016

Ik zie Lane voor de supermarkt en de conducteur klinkt als Michel. Ik begin aan seizoen 3 van Gilmore Girls.

5 augustus 2016

Edward van de Vendel blijft van de besten, in met de juiste woorden zeggen hoe het zit.
'Er was al heel veel langer iets geweest wat hij maar niet had willen zien: zoals je op het strand kunt zitten en de mensen om je heen naar boven kunt zien wijzen - en je weet dat ze een vliegtuig zien, een vliegtuig met een sleep, een vliegtuig met een boodschap die voor iedereen te lezen is, maar nee, je kijkt niet, want je hebt geen zin.
Zo was er altijd iets geweest en hij had niet gekeken. Maar nu keek Tycho wel. Nu zag hij alles.
De hele brede hemel.'
(Uit De dagen van de bluegrassliefde, dat ik voor mijn werk herlees.)