29 januari 2015

Ergens tussen de bakker en de bib viel ze in slaap. Ze sliep de hele blutsen-en-builentocht van de voordeur tot de tuin. Ik gaf haar een extra dekentje en toen ging ik eten, mailen, de was ophangen, een kolfapparaat uitpakken, thee drinken en nog wat mailen.

28 januari 2015

Zij aan de ene kant, met een rammelaar en een stoffen boekje, hoewel ze liever naar het raam of naar de slapende katten kijkt, of van haar vestje eet. Ik aan de andere kant, met mijn been uitgestrekt naast haar want ze moest maar eens leren rollen, nu, plots. Ze prutst aan mijn sok. Ik heb mijn laptop op schoot, maar ik kijk vooral naar haar. Wat goed he, zeg ik, zo op woensdagvoormiddag. Ze slaat met haar armen en benen, ze lacht en ze zegt i en m.
Ze wil niet. Ze ziet een lepel prut naderen en ze wriemelt en wringt en draait haar hoofd weg. Naar een lege lepel graait ze, die ga zo naar binnen. Maar een lepel met hoopje oranje of wittig spul op, nee danku vriendelijk. Daar doet ze niet aan mee.

27 januari 2015

Hier woon ik, dacht ik. Ik fietste door de Diksmuidelaan, met in mijn rug de luchthaven en de kringwinkel en naast mij een eindeloze muur van grijze huizen. Hier woon ik, dacht ik. En daar is een brievenbus, en daar de CM en daar de grote apotheek en ginderver de kleine. Daar is de ene bakker, hier de andere, een eind verderop de slager en daar tegenover de delicatessenzaak voor op zondag. Ik kwam van de turnles, in mijn fietstassen zat een cadeautje, ik stopte bij de ene bakker voor koekjes (voor bij dat cadeautje) en dat was dat.

25 januari 2015

In pyjama naar de bakker gaan en niemand die dat weet. Stof hebben liggen en er geen broekje van maken. Saar op schoot nemen en aan een boekje voelen. Vagelijk naar kinderkots ruiken. Een boek hebben liggen en denken: straks, een bad, een boek, mmm. Luiers wassen. Twee kaartjes schrijven. Misschien naar de brievenbus wandelen, straks. Denken aan linzensoep. Bananen zien liggen en denken aan bananencake. Een doosje zien liggen en het cadeautje niet inpakken. Rondhangen.

23 januari 2015

Soms denk ik: weer gaan werken, dat is ok, zo weer het leven in. Maar meestal denk ik niks en voel ik alleen paniek en iets van nee. Vandaag mailde de jongen die mij vervangt. Over overdragen en inwerken en ocharme vijf weekjes en februari is een korte maand. Ik deed een smiley terug. Daarna ging ik nog een broekje voor Saar maken en kijken hoe ze buiten in de vrieskou ligt te slapen. Ik doe heel hard mijn best om geen weken en geen dagen te tellen.

12 januari 2015

Ik zit tussen de rommel aan tafel en Saar ligt op de mat een boekje op te eten en ik denk: yeah, goed leven in huis.

10 januari 2015

Het had gaten op de ellebogen, gaten naast de rits, scheuren op de rug en scheuren aan de randen. Maar weg mocht niet. Mijn lief is gehecht aan zijn kleren. Dat het grijze vest al lang vervangen was door een blauw vest en dat blauwe door een groen, is geen reden om het eerste te bedanken voor bewezen diensten. Maar een broek voor Saar, dat mocht het wel worden.
Topdeal.

8 januari 2015

Housewife.
Ik durfde het amper hardop zeggen. Het was te erg wat we deden.
Maar nu is het niet meer erg. Niet meer zo erg.
Het boekje heette Regelmaat brengt rust. De verpleegster van Kind en Gezin had het meegegeven. Ze had gezegd: lees het eens, bekijk het eens, zie wat je ermee doet. Ik las het, herkende Saar en begon te huilen. Dat was de zaterdag na Kerstmis. Sindsdien kluisteren we ons aan huis en leggen we haar een strak ritme op. Spelen, slapen, eten, spelen, slapen, eten, spelen, slapen, eten. We leggen haar neer als ze moe is en dan huilt ze en dan doen wij niks.
Dan doen wij niks.
Ik noemde het een afschuwelijk experiment. Ik was bang en voelde me schuldig. Ik huilde even hard als Saar. Ik kreeg buikpijn, ik begon te trillen, ik verstijfde. Ik ging naar de verste uithoek van het huis om haar niet te horen. Ik vroeg me af of we echt een probleem hadden, of zoiets groots als dit echt nodig was.
Het was een afschuwelijk experiment.
Maar het heeft gewerkt. Ik ben bang en voel me schuldig, maar ik denk dat het heeft gewerkt. We zijn bijna twee weken verder, ze doet dutjes overdag en tussen de dutjes door is ze blij. Meestal dan, maar meestal is de hele wereld.