8 november 2015

Vandaag fietsten we met z'n drieën naar Zigeuner. We stopten bij de steenuil die op het dak van het ingezakte huisje woont. Saar wees naar de koeien in de verte en toen er een trein voorbij reed, wees ze naar de trein. We fietsten naar de boerderij en keken naar tien koeienkonten en naar de stal waar de koeien stonden te eten. Ik dacht: ik heb foute schoenen aan, ik had mijn regenbotten aan moeten doen, de weg was modder. We reden over een heel smal paadje en keken naar een Shetlandpony die naar ons gehupt kwam en gras begon te eten. Saar wees naar de koeien in de wei aan de overkant. We fietsen, hobbelden eigenlijk, naar de gracht rond het fort. We namen Saar uit haar stoeltje en ze voelde aan de blaadjes van een boom. (Ik zou wel willen weten hoe die boom heette maar dat weet ik niet. Misschien was het een treurwilg want zijn takken hingen zo.) Haar fietshelm rolde net niet in het water (oef). Toen we op de terugweg bij het voetbalveld kwamen, keken we een poosje naar de wedstrijd. Ik weet niet wie de score bij hield.

Dat we geen extra luier bij hadden, zeiden we. Maar we namen het zekere voor het onzekere en we gingen toch gewoon door naar de taverne in de luchthaven. Dat hadden we op de heenweg al gezegd, dat we dat gingen doen. We dronken bier en warme chocolademelk en water dat niet uit de koelkast kwam (rara wie dronk wat). Saar knabbelde op een rietje. We namen er pannenkoeken bij, met suiker, het was zondagmiddag, en Saar at de eerste pannenkoek van haar leven. Dat ging een stuk beter dan de gemiddelde groente, tegenwoordig. En toen reden we naar huis en viel het allemaal wel mee qua vuile luier, en Saar deed een late dut.

Vanavond, na het avondeten en voor Saar naar bed ging, zetten we de V terug in de nieuwe boekenkast. Saar kwam met Deesje aan zetten, ze haalde er een oude bladwijzer (een buskaartje) uit. Ik begon het voor te lezen. (Wat is dat goed!) Saar zal onbewust geluisterd hebben, vast wel, maar ze kroop vooral op en over mijn lief en mij, en toen stond ze recht en hield ze me vast en liet ze me los en stond ze helemaal alleen recht, echt helemaal alleen, en ze lachte. En ze deed het opnieuw en opnieuw en altijd lachte ze, en wij lachten mee, en we applaudisseerden, en Saar applaudisseerde mee.

Zo.

Het zou jammer zijn om vandaag te vergeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten