9 september 2015

Zondag 10 mei zei ik tegen Selm: "Het gaat goed. We kunnen de rust houden. Ik voel me geen ploetermoeder. Gelukkig maar." Woensdag 13 mei klapte ik om drie uur 's middags mijn computer dicht, zei tegen Simon: "Het is op, ik ga naar huis", fietste naar de bib en de Sonseveria en dronk koffie op het terras. Tegenover mij zaten twee mannen, één van hen had In ogenschouw van Julian Barnes bij. Dat zag ik, want dat wou ik ook lezen, nog altijd, eigenlijk. Donderdag 14 mei wandelden mijn lief en ik met Saar door de parken naar mijn broer. We aten in de tuin, zaten op het gras en toen het begon te regenen deed Saar een urenlange dut onder het afdak. Vrijdag 15 mei ging ik koffie drinken, maar eigenlijk ging ik schrijven. Het lukte voor geen meter en ik wou dat ik gewoon met mijn lief en Saar mee was gaan wandelen op de hei. Ik met mijn geschrijf altijd. Zaterdag 16 mei werd ik wakker met buikpijn. Knallende buikpijn. Mijn lief regelde een taxi en graaide een soort van weekendtas voor Saar bij elkaar want volgens hem was het linea recta spoed.
Vandaag is het woensdag 9 september en alles is anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten