5 februari 2015

Dat kolven, dat is geen succes, en daar wordt een mens moedeloos en onzeker van en dan belt ze de vroedvrouw. Die zegt geen nood, Saar aan de borst drinkt meer en beter dan een machine aan de borst, en een pak babyvoeding in de kast is niet zo erg, al is het maar voor de gemoedsrust. Ze heeft het ook nog over rijstvlokken om door de fruitpap te draaien, over amandelpasta en rijstcrème. Want niet iedereen wil een kind meteen aan de fabriekskoeken, daarin begrijpen we elkaar.
Ik ben zo blij met onze vroedvrouw.
Ik was al zo blij met die rustige, uitgebreide consultaties toen ik zwanger was. Met dat zachte matras om in weg te zakken en je kindje te horen. En toen moest het allemaal nog beginnen. Ik word stil en gelukkig als ik denk aan de dutjes die ze hier die nacht deed, in een te krappe zetel onder een te krap dekentje, terwijl ik tussen de weeën door mijn eigen mini-dutjes deed. Aan hoe ze ons naar het ziekenhuis reed, hoe ze mijn hand vasthield toen ik in het bad lag en later mijn rug masseerde en zachtjes sprak. Hoe ze een boterham smeerde voor mijn lief toen die van de honger weg draaide en ik hem niet wou loslaten. Hoe ze de allereerste foto's van ons drieën nam. En later hoorde ik liever van haar dat mijn bevalling best pittig was, dan van een vrolijke gynaecoloog hoe vlot het allemaal gegaan was. Oh en hoe ze Saar bejubelde en in het boekje schreef dat het zeker een hele slimme is. En dat ze me moe laat zijn en onzeker en dat ze me moedig maakt en sterk.
Met elke dag heb ik meer ontzag voor alles wat er gebeurd is en alles wat er aan het gebeuren is. Zonder de vroedvrouw was dat vast een ander verhaal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten