25 november 2013

"Het is donker maar het raam geeft licht, de lucht is van dat rare bijna geel, ik kijk naar niks, je naam staat op repeat. Ik ben klaarwakker. Ik zie hoe je door de kamer stapte. Hoe je drankjes bracht naar Annika en Lorenzo en ook iets voor jezelf. Ik stond bij Arnoud en ik zag je en toen begon het. Met één gedachte die de dingen in twee sneed. Een heleboel voor. Een heel klein beetje na. Ik dacht: dat ben jij. Ik kende je naam. Tuurlijk kende ik je naam. Iedereen kende je naam en dat je bij Annika en Lorenzo hoorde. Je deed vijf stappen, vier.  Ik zag je gaan, het was voorzichtig zijn, met die drankjes in je handen. Je benen, je armen, die nette bloes uit je broek, die nette schoenen en hoe je iets zei waar Annika en Lorenzo om moesten lachen. Lorenzo nam de glazen van je aan en ik keek naar je gezicht. Je deed iets van een zucht en een lach en je wenkbrauwen gingen vrolijk omhoog. Die had ik nooit eerder gezien. Ze waren niet mooi en niet mis. Ze waren er gewoon. En ik wou weten wie je was. Plots wil ik weten wie je bent."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten